Wandeling langs de Musea van de Stad Brussel

In de middeleeuwen werd Brussel gedomineerd door het Coudenbergpaleis. Dit gebouw groeide vanaf de 12de eeuw uit tot een van de mooiste paleizen van Europa en een hoofdresidentie van keizer Karel. In februari 1731 werd het gebouw zwaar beschadigd door een brand. Veertig jaar later werden de ruïnes gesloopt en werd het terrein geëffend voor de aanleg van het Koningsplein. De restanten vormen de archeologische site van de Coudenberg.

Het Museum voor het Kostuum en de Kant werd in 1977 opgericht. Het museum brengt het textielerfgoed van de Stad Brussel onder de aandacht. De begincollectie bestond hoofdzakelijk uit kerkelijke gewaden en Brusselse kant. Nu is er een rijke collectie van kostuums, oud en hedendaags kantwerk, borduurwerk en originele accessoires.

Het Stadhuis van Brussel is een meesterwerk van de gotische burgerlijke architectuur uit de 15de eeuw. Schilderijen, beeldhouwwerken en wandtapijten herinneren aan de plaatselijke en nationale geschiedenis. In het gebouw herwerkte stadsarchitect Victor Jamaer 2 oude praalzalen in neogotiek: de Trouwzaal en de Gotische zaal. De andere lokalen dienen voor de kabinetten van de verschillende schepenen en de zitting van de gemeenteraad. Geleide bezoeken (zonder reservatie) zijn mogelijk in het Nederlands, Frans en Engels.

Het museum is ook bekend onder de naam Broodhuis of Maison du Roi. Het ligt op de Grote Markt, recht tegenover het Stadhuis. Het neogotisch gebouw is een 19de eeuwse reconstructie van stadsarchitect Victor Jamaer. Het museum toont de geschiedenis van Brussel aan de hand van schilderijen, beeldhouwwerken, retabels, wandtapijten, stadsplannen, schaalmodellen,... Ook de garderobe van Manneken-Pis is er te vinden.

Vanaf 1238 ontwikkelde zich in de buurt van de Grote Markt een franciscanenklooster. In het begin van de 19de eeuw bevond zich hier een Botermarkt, die aan het einde van diezelfde eeuw plaats moest ruimen voor de Handelsbeurs. In 1988 werden tijdens renovatiewerken in de Beursstraat talrijke graftombes en het koor van de kloosterkerk blootgelegd. Het museum kan alleen bezocht worden tijdens geleide bezoeken en culturele activiteiten.

De Stad Brussel telt niet minder 320 km riolen en 30 km hoofdriolen. Het Riolenmuseum laat toe om een vijftigtal meter door te dringen in één van de kokers van de Zenne. Er is ook aandacht voor het moeilijke en gevaarlijke werk van de rioolruimers. Het parcours volgt de watercyclus: vertrek in vol daglicht (afvloeiing van regenwater naar de rivieren), afdaling naar de zalen (opvangen van het water en leiding naar de zuiveringstations), een bezoek aan de Zenne en de riolen (ondergrondse cyclus) en terugkeer naar de oppervlakte (het gezuiverde water gaat naar de rivier).