De Stad Brussel telt niet minder 320 km riolen en 30 km hoofdriolen. Het Riolenmuseum laat toe om een vijftigtal meter door te dringen in één van de kokers van de Zenne. Er is ook aandacht voor het moeilijke en gevaarlijke werk van de rioolruimers.
Het parcours volgt de watercyclus: vertrek in vol daglicht (afvloeiing van regenwater naar de rivieren), afdaling naar de zalen (opvangen van het water en leiding naar de zuiveringstations), een bezoek aan de Zenne en de riolen (ondergrondse cyclus) en terugkeer naar de oppervlakte (het gezuiverde water gaat naar de rivier).