Deze kunstmatige ondergrondse werd in 1863 door kinderen ontdekt. De site werd verkend door Léo Drouyn, voordat hij in 1905 werd bestudeerd door J.J. Labrie. Labrie geloofde dat de grot een kelder was met verschillende silo's, zowel binnen als buiten. Hij beschreef voorwerpen uit de Gallo-Romeinse periode, waaronder aardewerk en een munt uit de regeerperiode van Antoninus in de 2e eeuw. Een nieuwe opgravingscampagne werd uitgevoerd in 1983 en maakte het mogelijk verschillende bewoningsfasen van de schuilplaats vast te stellen. De eerste betrof een gebied met in de rots gegraven silo's, en de tweede viel samen met perioden van onveiligheid, tijdens de invallen van de barbaren. De ondergrondse schuilplaats kan op afspraak worden bezocht.
Telefoon : +33 5 56 23 59 09
Ondergrondse
Niet geclassificeerd
Conditions de visite : Rondleiding alleen op afspraak