De wandeling start op de Place Louis Piron.
U zult enkele interessante punten van de gemeente Bassenge ontdekken. De wandeling leidt u door de dorpen Roclenge, Wonck, Eben, en tenslotte, Emael.
Afstand : 20 km
Duur: +- 4 uur
Vertrek/aankomst: Place Louis Piron, 4690 Roclenge
Dit parcours kan ook met de fiets afgelegd worden.
20 km
|
max. 120 m
min. 63 m
273 m
| ||||||||||||
Toegankelijkheid | |||||||||||||
Stijlen : WandelingOntdekking |
De inwoners van het Jekerdal waren vooral bekend om hun kunst van het weven van stro en dit sinds de sinds de 15e eeuw. In het Jekerdal waren talrijke strohoedenfabrieken gevestigd. U ziet hier bij het vertrekpunt de kiosk van Roclenge-sur-Geer. Deze staat voor het vroegere gemeentehuis van het dorp. De kiosk is een getuige van een rijke en bloeiende periode voor strowerkers. Deze periode duurde tot het begin van de 19e eeuw. De kiosk werd ingehuldigd in 1904. Een groot aantal strohoedenmakers, dat bekend stond om de knowhow, gingen hun fortuin maken in de grote Europese steden, zoals Parijs en Londen. Roclenge werd hun vakantieoord. De hoedenmakers lieten er graag hun rijkdom en succes zien. Daarom staan er in Roclenge vele burgerlijke villa's, herenhuizen en deze kiosk.
De Rue Riveraine is een gebetonneerd fiets- en wandelpad. U wandelt hier naast de Jeker.
U wandelt voorbij de St-Lambertuskerk van Wonck. Blijf deze weg volgen.
Onderweg ziet u links de Notre-Dame kerk (Place Roi Albert). Een beetje verder komt u aan het vroegere gemeentehuis van Emael.
Op het einde van deze straat wandelt u voorbij het museum van Eben.
U wandelt onder de brug door, blijf rechtdoor wandelen en houdt rechts aan, ook bij de volgende splitsing. Wandel het pad omhoog.
U wandelt voorbij de grotten van Wonck.
Volg de straat tot aan het kruispunt met Rue Haute Voie. Ga deze straat in en wandel verder over de Rue des Combattants tot aan het kruispunt met de Rue Vinâve. Draai naar rechts Rue Vinâve en wandel de Rue de la Paille naar beneden, u komt voorbij de kerk van Bassenge.
Startpunt wandeling. Parking Toeristische informatie.
U wandelt voorbij het kerkhof van Bassenge. In het midden van de begraafplaats staat een interessante kapel, de kapel Vi Mosty, die in 1744 werd gebouwd onder het pastoraat van pater Bacquet. De kapel werd gebouwd op de plaats van het koor van de voormalige Sint-Pieterskerk, waarvan een deel van de noordmuur is overgebleven. Het bovenste deel van het metselwerk van tufsteen is gebouwd op een zeer hoge basis van silex. In de zuidelijke zijmuur is een zonnewijzer gegraveerd. Voor de gevel is een bakstenen portiek in 1860 toegevoegd. Deze is toegankelijk via een rechthoekige kalkstenen deuropening. Het zadeldak wordt bekroond met een smeedijzeren kruis.
In de “Rue des Martyrs” vindt u links de oude pastorie. De site is volledig gerenoveerd door twee enthousiastelingen. In de voormalige residentie van de abt Scheen worden vandaag de dag voor het grote publiek inleidende kunstcursussen gegeven. Gratis bezoeken van het museum Scheen (enkel op afspraak), diverse culturele evenementen en tentoonstellingen vormen de basis van het programma gedurende het hele jaar. Contact: 0473/43 22 14.
U komt uiteindelijk aan bij de gebouwen van de Moulin du Broukay. De Moulin du Broukay neemt ons mee naar een ander tijdperk van de menselijke geschiedenis: de jaren 1950. De silexvergruizer produceert grind van verschillende granulometrieën met behulp van een molen. De gekalibreerde eindproducten werden in zakken gedaan en opgeslagen. Het gebruik van gebroken vuurstenen was gereserveerd voor het zandstralen van metalen onderdelen die in gieterijen in de Maasvallei en elders werden geproduceerd. Vuursteen kan ook worden gebruikt voor het zandstralen van onderdelen die uit gieterijen komen en voor de vervaardiging van bepaalde filters. Zo ondersteunde vuursteen de ontwikkeling van de mechanische industrie, die in die jaren een van de juwelen van de industriële ontwikkeling van de regio was. De geleidelijke afname van de gieterijen en de economische activiteit in de Beneden-Maas leidde ook tot de afname en stopzetting van de productie in de Moulin du Broukay. Het industriële gebouw dateert uit de jaren '50 van de vorige eeuw. Er werkten 10 tot 12 werknemers onder leiding van de manager op de exploitatie Krokay Thier. De ruimtes die nu gebruikt worden, waren zeef- en opslagruimtes. De muren zijn beschermd, bewaard en vormen een geheel dat ons herinnert aan de economische activiteit in deze gebouwen. De kleine toren ernaast is het huis van de conciërge, zelf een arbeider in dit bedrijf. Het geheel van deze industriële constructie is ontworpen door Robert GARCET terwijl de realisatie het werk is van Fernand GARCET, zijn vader. De huidige Moulin du Broukay is een centrum voor cultuur, vrije tijd, openbaar onthaal, seminaries, recreatieve en educatieve activiteiten. Het is een van de zeven vertrekpunten van de wandelingen van de St-Pietersberg en geleide bezoeken aan de volledige Broukay-site.
Het natuurreservaat van « Heyoule », in Eben-Emael, is de oudste beschermde site van de St-Pietersberg. Het is in 1973 opgericht en was het eerste deel van een netwerk dat vandaag de dag meer dan tien natuurgebieden op de benedenloop van de Geer omvat. Heyoule en zijn directe omgeving weerspiegelen typisch hoe het landschap van het lagere Jekerdal er vroeger uitzag. Genesteld in een coulisselandschap, omgeven door oude, met hoogstambomen begroeide boomgaarden en imposante meidoornhagen, kleine grasvlakten en holle wegen, maakt het reservaat deel uit van een samenhangend, divers en relatief onbedorven landelijk ensemble. Het mozaïek van de omgeving bestaat uit kalkstenen gazons rijk aan orchideeën, ondergrondse galerijen gegraven door de mens, zonder de kleine zonnige kliffen te vergeten, gonzend met talrijke soorten bijen en wespen die er ideale leefomstandigheden vinden.
In 1993 werd er een vijver gegraven. De vijver wordt gevoed met water uit de fontein, de overloop wordt afgevoerd in de Jeker langs de site.
Het fort van Eben-Emael, gebouwd tussen 1932 en 1935, was een van de grootste en sterkste vestingwerken in Europa en werd beschouwd als onneembaar. De spectaculaire aanval op het fort op 10 mei 1940 door een Duitse elite parachutisten markeerde het tragische begin van de Tweede Wereldoorlog in West-Europa. Een enorm ondergronds complex. Drie verdiepingen, een kazerne voor 1200 soldaten, een 5 km lang netwerk van galerijen, 17 gewapende bunkers. U kunt de gerenoveerde kazerne, het museum, het immense netwerk van galerijen en de gevechtswerken bezoeken. U kunt ook de rampzalige effecten ontdekken van een nieuw type explosief dat voor het eerst in de militaire wereldgeschiedenis werd gebruikt toen het fort werd aangevallen. (Info: www.fort-eben-emael.be/nl)
Dit levende museum dompelt de bezoeker onder in het leven van de mannen en vrouwen van de 19de en het begin van de 20ste eeuw: de boerderij en de bijgebouwen (schuur, broodoven, smederij), de kruidenierswoning en de winkel, het klaslokaal van de lagere school en al het lesmateriaal, het boerenhuis uit 1801, het strohoedenatelier en het marqueterieatelier, en het sigarenmakerijbedrijf. Een archeologisch gedeelte maakt het bezoek compleet. Bezoek enkel op afspraak: +32(0)4/286 27 90
Deze toren is een museum, gebouwd door Robert Garcet in Eben-Emael. De verhoudingen zijn geïnspireerd op die van het Nieuwe Jeruzalem, volgens Johannes. Volgens de architect Robert Garcet onthult elke steen een openbaring. Het gebouw, 33 meter hoog, op een vierkant plattegrond met een torentje op elke hoek, is opgetrokken uit silex boven op een 33 meter diepe put. De zeven verdiepingen worden bekroond door de vier in beton gegoten Cherubijnen van de Apocalyps: Stier in het noordwesten, Mens in het zuidwesten, Leeuw in het zuidoosten en de Adelaar in het noordoosten. Aan de basis van de toren staat een cromlech met twaalf stèles; elke steen ligt op 3,33 meter van de andere. De monumentale trap die de heuvel afloopt, heeft ook de afmetingen die de oude esoterie vereist. www.musee-du-silex.be/
Deze grotten werden uitgegraven voor de ontginning van tufsteen en ze werden gebruikt als schuilplaats tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze hebben een oppervlakte van meer dan 10.000 vierkante meter. De grotten worden nu gebruikt voor de champignonteelt en zijn een magische en atypische plek voor de kerstmarkt in december.
François Nouwen werd in 1875 tot pastoor van Bassenge benoemd. Bij zijn aankomst in de parochie koesterde pater Nouwen de devotie tot Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, aan wie hij een spectaculaire genezing toekent. In 1876 plaatst hij een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes in de kerk en plande hij de bouw van een soortgelijke grot als die van Massabielle. Sterk gesteund door zijn parochianen die giften aanboden, land verkochten, speciale collecties organiseerden, kocht pater Nouwen een groot stuk land bijna tegenover de pastorie en bouwde hij een grot zoals die in Lourdes. De grot werd ingehuldigd op 8 december 1889.