Het dorp werd geleidelijk opgebouwd rond enkele grote boerderijen, zonder echt een doorlopende weg te hebben. En het is die geest die de renovatie probeerde te behouden met de inrichting van ‘straatplekjes’ met telkens een andere bedekking. De kerk staat niet in het midden van het dorp, maar werd aan de rand gebouwd, op het hoogste punt. De klokkentoren moest van ver te zien zijn en als herkenningspunt dienen.