Deze identieke huizen werden in 1903 getekend door de architect Arthur Snyers. Ze zijn strikt op dezelfde manier ingedeeld: de laterale weererker die het trappenhuis verlicht is vernieuwend, iets wat we overigens erg vaak zullen terugzien bij deze architect. De witte, groene en blauwe bakstenen zijn een ander modern kenmerk. Toch zijn er tal van details die tussen de twee gevels verschillen, een mooi voorbeeld van de obsessie uit die periode om elk gebouw een eigen karakter te geven. Het vergelijken van deze gebouwen lijkt als het ware op een spelletje ‘zoek de zeven fouten’: de vorm van de gevelopeningen, de materialen van de erkers of bow-windows (steen of hout), de vorm van het fronton (puntvormig of afgerond), de motieven van het ijzerwerk (driehoeken links, gebogen vormen rechts), het geslacht van de hoofden die de erkers ondersteunen (man of vrouw) ... Hoewel er al heel wat elementen, zoals de glaspartijen of de sgrafittopanelen verdwenen zijn, kun je toch nog steeds een aantal leuke details zien. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de plantstructuren boven de erker en vooral de borstwering met een snoek te midden van een watervegetatie.