Leeuw molen

De spinnerij wordt al genoemd sinds 1846, toen hij eigendom was van Letang-Vannaise. Tot het einde van de XIXᵉ eeuw waren de gebouwen hoog gebouwd, typisch voor de begindagen van het gemechaniseerde spinnen. Later werden deze gebouwen vervangen door werkplaatsen op de begane grond. Twee jaartallen op de gebouwen getuigen van de verbouwingen: 1906 en 1908. In 1943 had de fabriek nog ongeveer honderd mensen in dienst. Tegenwoordig zijn in de overgebleven gebouwen een transportbedrijf, een landbouwloods en gemeentelijke opslagplaatsen gevestigd.

De hoofdstructuren zijn gebouwd van kalksteen, met breuksteen en ashlar voor de kaders en kozijnen. De gebouwen uit het begin van de 20e eeuw bevatten baksteen voor de omringende muren, scheidingsmuren en een gevel met panelen. De vierkante schoorsteen is ook van baksteen. De daken zijn zadeldaken of sheddaken, bedekt met mechanische dakpannen. De woning heeft een gebroken paviljoendak bedekt met leisteen, terwijl de conciërgerie een paviljoendak heeft.