


In 1817 richtte Jean-Nicolas Gendarme in de oude molen van Saint-Basle een smederij op voor de productie van kanonskogels. In 1824 bouwde hij een hoogoven aan de rivier de Vrigne, samen met een vijver, kolenloodsen en een smederij. Het in 1825 voltooide complex omvatte ook arbeiderswoningen, bijgenaamd “de barakken”, en werkgeverswoningen versierd met kanonskogels.
De productie omvatte gietijzer (ijzers, projectielen) en stafijzer, dat in Vrigne au Bois werd gewalst. In 1851 verbruikte de site Ardenner erts en houtskool en verwerkte 800 ton gietijzer en 1300 ton ijzer. Marguerite Gendarme-Evain verhuurde de fabriek in 1876 aan de familie Dardenne en vervolgens in 1935 aan Creton, die de site moderniseerde met turbines en stoommachines voordat ze in 1969 werd gesloten.
De gebouwen, gemaakt van kalksteenpuin en ashlar, zijn zorgvuldig ontworpen, met symmetrische gevels, grote dakkapellen, nissen en langwerpige daken. Sommige van deze kenmerken zijn bewaard gebleven, hoewel ze sinds de jaren 1980 gedeeltelijk zijn ingestort of vernietigd.
Parking
Accès handicapés
Gebouwen zichtbaar van buitenaf
Ja