De oorsprong van het dorp is verbonden aan de installatie van enkele steenkolenhandelaren, omdat blijkt dat hier een open plek had bestaan die dienst deed als werkplaats om hout te leveren aan de smederijen. Vanaf 1845 werd, dankzij zijn situatie, de houtbewerking in het bijzonder ontwikkeld door middel van de klompenmakerij. Er werden tot 50 klompenmakers geteld in het dorpje.
Het dorp vertoont ook de bijzonderheid van relatief goed bewaard gebleven Ardeense gebouwen (oude witgekalkte huizen met enkele daken met scherfpannen, de aanwezigheid van vakwerk op sommige puntgevels, enz.).