Geïntegreerde gewasbescherming

In de landbouw worden de belagers van de gewassen met verschillende wapens bestreden met het oog op een succesvolle oogst. Sommige van deze bestrijdingsmiddelen zijn ongedierte- en onkruidenverdelgers en meststoffen die op een verstandige manier worden gebruikt in combinatie met natuurlijke middelen.
De meeste landbouwers doen aan geïntegreerde gewasbescherming. De bedoeling hiervan is om interventies met chemische middelen tot het strikte minimum te herleiden. Het merendeel van de landbouwers hebben het gebruik van pesticiden fors teruggeschroefd. Zij zijn dus niet alleen ecologisch bewust en bezorgd om het milieu, maar besparen ook aanzienlijk op de kosten! Iedereen heeft er baat bij: de producent die zijn uitgaven voor fytosanitaire behandelingen en bemesting kan verminderen en de consument die voedingsmiddelen krijgt aangeboden die minder residuen van fytosanitaire substanties bevatten.
De landbouwers die geïntegreerde gewasbescherming toepassen:
• doen een beroep op insecten en vogels om insecten te bestrijden die schadelijk zijn voor de oogst (voorbeeld: het lieveheersbeestje voedt zich met bladluizen op appelbomen);
• gebruiken weinig pesticiden, weinig meststoffen en niet zomaar om het even wat;
• zorgen ervoor dat de oogsten zich in optimale omstandigheden kunnen ontwikkelen: goede bodemkwaliteit, gunstige ligging en klimatologische omstandigheden, voldoende ruimte,…
• gebruiken landbouwtechnieken zoals wieden voor het bestrijden van onkruid;
• gebruiken alleen pesticiden en meststoffen als laatste redmiddel.

Grasstroken

Waarom zijn sommige velden afgeboord met een strook gras?
Deze zones aan de rand van de velden worden niet bebouwd. Het zijn natuurlijke stroken die de oogst scheiden van een haag, een waterloop of een andere oogst. Ze zijn hoofdzakelijk begroeid door overblijvende grassoorten.

Deze stroken mogen niet bemest en evenmin met pesticiden behandeld worden. Het gras mag enkel op welbepaalde tijdstippen gemaaid worden. De grasstrook is verplicht sinds 2005 en een absolute voorwaarde voor landbouwers die subsidies ontvangen in het kader van het GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid). Deze strook past in het kader van de goede landbouw- en milieupraktijken.
Het doel van de grasstroken is om de erosie van de aarde door het wegspoelen van fijne elementen en organische materie tegen te gaan, om de kwaliteit van het oppervlaktewater te bewaren door te belemmeren dat organische substanties, mineralen en fytosanitaire producten in het water terechtkomen en door ze af te breken zodat de wilde fauna intact blijft.
Deze grasstroken hebben vaak een grotere impact dan het lokken van hulpkrachten/bestuivende insecten en het behoud van de biodiversiteit. Laatste twee aspecten zijn echter even belangrijk. De nuttige insecten vinden een schuilplaats tussen de gewassen, leggen er eieren, overwinteren er en vinden er ook voldoende voedsel.
Champ des Viviers, 7070 Le Roeulx, België