Om Brussel te verbinden met de mijnbekkens van Henegouwen moest de scheidingslijn tussen het Scheldebekken en het Maasbekken worden overbrugd in het gehucht Bête Refaite, op de grens van Seneffe en Gouy. Om dit eerste kanaal, voor schepen met een tonnenmaat tot 70 ton, te graven, moest een tunnel worden aangelegd van 1267 meter lang, de zogeheten tunnel van La Bête Refaite. In 1885 wordt de tunnel van La Bête Refaite vervangen door de grotere tunnel van Godarville, geschikt voor schepen met een tonnenmaat tot 300 ton. Een imposante stalen poort in een vallei sluit vandaag deze tunnel af die niet langer door schepen wordt gebruikt maar is ingenomen door twee soorten vleermuizen.