Deze krijger werd in vol ornaat begraven, zittend op een stoel, midden de grafkamer, zwaard en hakmes lagen onder handbereik, klaar voor gebruik, net als de strijdbijl, de boog en de pijlenkokermet vijftien pijlen.
(...)
De krijgers die op Birka woonden en stierven, waren vermoedelijk trouw aan de 'koning' en waren bereid om tijdens handelsreizen dienst te doen als bewapende wachters. Restanten van de productie van gereedschappen in het garnizoenskamp van de krijgers op Birka, wijzen erop dat zij ook betrokken waren bij alledaagse bezigheden.