Op een dag trekken zeventien monniken weg uit Vlaanderen om in dit verloren stukje en ongastvrij moerasland een cisterciënzer abdij te stichten. Ze komen uit Westvleteren, waar al een trappistenbier gebrouwen wordt. Het is dus niet verwonderlijk dat hier twaalf jaar later een klooster en een brouwerij op hun beurt een goddelijke drank vervaardigen: het Chimay-bier, dat intussen ook wereldberoemd is.
Wandelen in de tuinen van de abdij van Scourmont mag, de brouwerij bezoeken kan echter niet. Maar geen nood, driehonderd meter verder serveert de 'Auberge de Poteaupré' bieren en kazen van Chimay, waaronder de 'Spéciale Poteaupré ', een fruitige doordrinker van het vat, die exclusief voor de Auberge wordt gebrouwen.