Dokter Albert Hustin

Albert Hustin, geboren in Ethe op 15 juli 1882, studeerde aan het Koninklijk Atheneum van Virton en later geneeskunde aan de Vrije Universiteit van Brussel.

Na het afstuderen, voltooide Hustin zijn opleiding met een stage in Parijs en een studiereis naar de Verenigde Staten. Eerst werd Dr Hustin assistent van Dr. Lepage, waarna hij zelf professor werd aan de VUB.

Gedurende zijn carrière verdeelde hij zijn tijd tussen zijn medische praktijk en zijn ware passie : het wetenschappelijk onderzoek.

Tijdens het onderzoek naar pancreassecretie van de hond, werd Albert Hustin geconfronteerd met de problemen met bloedstolling. Hij besloot om onderzoek te doen naar een antistollingsmiddel dat het probleem zou verhelpen.

In 1913, voegde hij natriumnitraat in het bloed toe zodat het bloed niet meer stolde en gemakkelijker te manipuleren werd. Deze ontdekking was een groot succes omdat het toegediende geneesmiddel in het bloed werd uitgescheiden wanneer het terug in het lichaam geïnjecteerd werd.

Vóór deze ontdekking, deed men de transfusies alleen van arm tot arm. De techniek van Dr. Hustin zorgde voor een aanzienlijke toename in het aantal transfusies, van 7 in de wereld voor 1914 naar meer dan een miljoen per jaar na 1914.

Door de ontdekking van Dokter Hustin kon men bloed makkelijker bewaren. Dit heeft honderdduizenden levens gered, vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog.

In het 'Musée Gaumais' (Gaums Museum) kunt u zijn leven, zijn werk, zijn instrumenten ontdekken.