De citadel van Namur

Na de Frans-Pruisische Oorlog (1870-1871) wou het jonge en neutrale België haar militaire situatie herzien om in de toekomst niet onnodig in zulk een conflict terecht te komen.

Om haar neutraliteit hard te maken, wilde België de doortocht van vreemde troepen uiterst moeilijk of zelfs onmogelijk maken door versterkingen te bouwen in en rond de Maasvallei.

Op 14 juni 1887 werd de wet gestemd die de militaire ingenieur Brialmont opdracht gaf om een verdedigingsgordel te bouwen rond Namen en Luik.  Kleine forten op redelijke afstand van beide steden moesten voorkomen dat de steden gekanonneerd werden.

Hier werd elk fort gebouwd in een straal van 5 tot 8km van de Citadel van Namen en onderling op een afstand van de reikwijdte van hun eigen artillerie (ongeveer 5km), zodat ze de verschillende toegangswegen en omgeving makkelijk konden verdedigen.

De 9 forten rondom Namen bevinden zich op de heuvels rond de stad.  Grote forten, zoals Andoy, Cognelée, Suarlée en Saint-Héribert, en kleinere forten, zoals het driehoekige Dave, Marchovelette en Emines en het vierkante Maizeret en Malonne, wisselen zich af.