Fort van Suarlée

De bewapening van de forten

Om de vijand te weerstaan, zijn de forten uitgerust met kanonnen en howitzers.

Het meesterstukl van een fort is een draaiende koepel met een dubbelloopskanon van 150mm.  Er zijn 25 mannen nodig om dat kanon, dat 244 ton weegt, te bedienen !!

En obus van 39kg kan elk doelwit verpluveren op 10km afstand.

2 kanonnen van 120mm staan op de achterkant van het centrale blok.  Hun bereik is ongeveer 6km.

Afhankelijk van hun vorm (drie- of vierhoekig) staan er ook één of twee howitzers van 210mm die projectielen in een boog kunnen lanceren om verborgen doelen te vernietigen tot op 8km.

Om doelen dichterbij het fort te raken, worden 57mm kanonnen in de flanken gebruikt.

Ze hebben ook allemaal een soort vuurtoren met een groot zoeklicht, om het terrein rond het fort te verlichten, en een observatiepost.  Alle kanonnen van het centrale blok vuren 'blind' - ze worden namelijk gericht aan de hand van observaties van wachtposten in de hoektorens en de centrale toren.

De forten liggen in feite onder de grond waardoor de geschutstoren nauwelijks boven de grond uitsteekt en waardoor ze beter weerstand bieden aan direct vijandelijke schoten.

In 1914 gebruiken de Duitsers echter voornamelijk zware howitzers die de forten 'vanuit de lucht' bombarderen.