Fort van Emines

Het dagelijkse leven in de forten

Tijdens de oorlog leven er tussen 300 en 400 manschappen in een fort.  Alles is er dan ook aanwezig om het leven zo aangenaam mogelijk te maken : een slager, bakker, keukens, toiletten en zelfs een lijkenhuis bevinden zich in de hellingen.  De slaapzalen zijn ondergebracht in een centraal blok.

Brood wordt ter plaatse gebakken in een imposante oven, de slager snijdt het vlees afkomstig van de kuddes die in de nabijheid grazen, het water komt uit een waterput, terwijl het andere voedsel wordt opgeslagen in koelkelders.  Dat alles maakt in principe een wekenlange belegering en overleving zonder aanvoer van buitenaf mogelijk.

Maar tijdens de bombardementen van 1914 gaat alles anders dan voorzien : het centrale blok wordt van de andere lokalen afgesneden door een versmachtende bommentsunamie en het leven in komplete zelfvoorziening kan niet aangehouden worden - de soldaten hebben geen toegang tot voedsel, water en toiletten meer.

Behalve paniek en angst onder de verdedigers van het fort, heerst er ook honger en is er een totaal gebrek aan hygiëne.