De bouw van de forten
De 21 forten van de Maasvallei (12 in Liège en 9 in Namur) worden in drie jaar tijd (1888-1891) en tegelijkertijd gebouwd. Er worden meer dan 100km smalspoorlijnen voor aangelegd, 4 mijoen kubieke meter grond worden verplaatst en meer dan 1 miljoen kubieke meter beton gegoten.
De stoommachine levert op alle werven de nodige energie om sneller te werken.
De nabijheid van het station van Cognelée (lijn Namur-Tienen) vergemakkelijkt de aanvoer van cement voor de bouw van de forten van Cognelée, Emines en Marchovelette.
Het beton dat wordt gebruikt voor de bouw bestaat uit grint, zand en 'Portland' cement. Eén van de voornaamste bestanddelen van 'Portland' is een bijproduct van de siderurgie : de hoogovenslakken.
Het toevoegen van de hoogovenslakken komt overwaaien uit Frankrijk waar het sinds 1840 wordt toegepast, in Duitsland sinds 1855 en sinds 1871 in de VS.
In die periode bestond de techniek van het continue gieten trouwens nog niet zodat je de verschillende lagen makkelijk kan opmerken. En ook werd er nog geen wapening aangebracht om het beton te verstevigen.