Sporen van het zeppelinpark

De zeppelinhangars van Cognelée

Op het einde van het jaar 1916 installeren de Duitsers een luchthaven op een voormalig Belgisch vliegveld.  Deze basis wordt de thuishaven van een reeks zeppelins, de 'vliegende sigaren' die meerdere keren bombardementen in Parijs, Londen en aan het Ijzerfront zullen uitvoeren.  De basis is ongeveer 60 hectaren groot en strekt zich uit over de gemeentes Cognelée et Daussoulx.

De zeppelins komen uit Duitsland en worden in Cognelée volgeladen met bommen, waarna ze hun doelen gaan bombarderen.

Een standaard zeppelin heeft een volume van ongeveer 20.000m3 en lengte van 150 tot 180m.  Er zijn 30 mannen nodig om het toestel te laten 'varen'.

3 à 4 motoren van 206pk werken op waterstof of 'blaugas' die opgeslagen zijn in speciale brandstofcellen die zich in het aluminium geraamte van de zeppelin bevinden.  Het geheel was bekleed met een ondoordringbare stof.

Gedurende de oorlog werden de zeppelins dus meestal gebruikt voor bombardementen : op de avond van 21 maart 1915 vliegen 4 zeppelins over Parijs.  Hun brandbommen vernielen huizen en doden meerdere mensen op de grond.  Dertig raids in één jaar tijd zaaien paniek en verbranden steden en dorpen op hun weg.

De oorlog speelt zich met de zeppelins, waarvan burgers nog het meest schrik hebben, niet meer alleen af vanop de grond...