Hommels en bijen vliegen van bloem naar bloem om nectar en stuifmeel te verzamelen. De nectar dient als energiebron. Het stuifmeel voorziet de diertjes van eiwitten, vetten, mineralen en vitamines. Tijdens hun tocht worden stuifmeelkorrels onvrijwillig overgebracht van bloem tot bloem.
Wanneer larven grootgebracht worden, krijgen ze stuifmeel als voedsel. Een bij of hommel die doelbewust stuifmeel verzamelt bestuift tot tien keer efficiënter dan een insect die hoofdzakelijk nectar verzamelt en slechts ongewild stuifmeel transporteert.
in de landbouw gaat men opzettelijk hommels en bijen gebruiken om de teelten beter en sneller te bevruchten. Dit is een grote ecosysteemdienst die ze ons leveren. Dank zij de bestuiving voorzien deze diertjes in een groot deel van onze voedselvoorziening.