Wandel het begijnhof binnen door het vroeg-classicistisch poortgebouw uit 1700 met een beeld van de heilige Begga. Zij is (vanaf de 17de eeuw) de patrones van de begijnen en is daarom prominent aanwezig in de kerk en het museum. In het laatste kwart van de 17de en het eerste kwart van de 18de eeuw woonden op het begijnhof zo’n 350 begijnen. Nadien nam hun aantal geleidelijk af. De laatste begijn was de Nederlandse Joanna de Boer, die het begijnhof in 1999 moest verlaten wegens ziekte. Ze overleed in 2002 en ze werd begraven aan de zuidkant van de kerk.
Het Turnhoutse begijnhof is een pareltje. Niet alleen omwille van de rust maar ook dankzij de talrijke historische gebouwen. De fraaiste exemplaren dateren uit de 17de eeuw. Het Sint-Jansconvent (huisnummer 56), waar nu het unieke begijnhofmuseum is gevestigd, werd in ca. 1680 gebouwd. De Heilig-Kruiskerk werd in 1666 ingewijd. Deze kerk is een voorbeeld van de wisselwerking tussen laatgotiek en barok. Links achteraan op het begijnhof staat de kapel van het Heilig Aanschijn uit 1885-1887, die een fraai beeld bevat van de heilige Colomba. De kapel werd gefinancierd door grootjuffrouw Octavie Van Genechten. Midden in het begijnhof is een Lourdesgrot te zien met vele bedankplaatjes voor genezingen. Provinciaal architect Jules Taeymans heeft de woonhuizen links van de ingang in 1911 in een aangepaste stijl ontworpen. Het begijnhof is sinds 1998 door de UNESCO erkend als werelderfgoed.