Beelden in het bassin
De decoratie van de pronkfontein is overdadig, zoals bij wel meer gebouwen in Sagalassos. Dat gebruik dateert al van de tijd van keizer Augustus, toen de overdaad de gouden eeuw in de verf zette die met hem was begonnen.
Hier hebben veel versieringen met water te maken én met de wijngod Dionysos: theatermaskers, druiven, roesverwekkende planten.. De twee meer dan levensgrote marmeren beeldengroepen van de dronken Dionysos ondersteund door een sater, waren en zijn peperdure topstukken uit de stad Aphrodisias. Het zijn de enige die van meet af aan in de fontein stonden.
De beelden die de archeologen in het bassin aantroffen en waarvan afgietsels te zien zijn, belandden pas in de 4de of 5de eeuw in de fontein. Ze stonden eerst elders. Het gaat om Nemesis in de tweede nis, en een vijftal dat in verband stond met Apollo en zijn zoon Asklepios, de god van de geneeskunde. Behalve Nemesis zijn ze waarschijnlijk door christenen stukgeslagen en in het bassin gedumpt. Nemesis zelf brak in drie stukken bij de aardbeving van 600-620 n.Chr.