De Saint-Martinkerk is een gotisch gebouw uit de 14e en 16e eeuw. Ze werd herbouwd tussen 1504 en 1543 door de baljuw van Chièvres, Jean Delmont. In die periode werd de toren opgetrokken en voorzien van hoektorentjes. Het schip werd herbouwd in Henegouwse gotiek. De kerk werd nadien nog verschillende keren gerestaureerd tussen 1872 en de Tweede Wereldoorlog. Ze is opgetrokken in lokale breuksteen en Doornikse steen, heeft een oostelijke toren, een schip met drie traveeën, zijbeuken en een koor met kapellen.
De toren strekt zich uit over vier niveaus. De gevel heeft een spitsboogportaal die typisch is voor de Henegouwse architectuur van de late middeleeuwen en het begin van de 16e eeuw. (prismatische basis en lijstwerk). De eerste verdieping vertoont een groot opgevuld raam. De tweede heeft galmgaten. De toren is in het zuidoosten geflankeerd door een traptoren.
Het schip kenmerkt zich door grote spitsboogarcades die steunen op zuilen die typisch zijn voor de Henegouwse gotische bouwkunst. De zijbeuken hebben spitsbooggewelven (16e en 17e eeuw).
Het transept beperkt zich tot een uitdieping in de zijbeuken. Deze laatste hebben een zadeldak dat loodrecht staat op het dak van het schip. Dat is een van de oudste voorbeelden in Henegouwen van dit type constructie, dat men ook vindt in de Brabantyse gotiek van de 15e en 16e eeuw.
Het driezijdige koor heeft spitsbooggewelven. Het is geflankeerd door kapellen en zijbeuken en in het noorden en zuiden met sacristieën. Opmerkelijk zijn de gotische arend-lezenaar (1403), de piëta in witte steen (1500) en de doopvont.
Geklasseerd op 09-11-1949