De Grand-Hornu werd opgetrokken tussen 1810 en 1830 en verbindt de mijninfrastructuren met de privéwoningen van patroons en arbeiders.
De ‘mijngebouwen’ liggen rond een ovaal plein. De kantoren van de directie staan in verbinding met de magazijnen en de werkplaatsen.
In dezelfde periode werden 400 arbeiderswoningen gebouwd. Ze zijn uitgerust met een woonruimte, een keuken, drie slaapkamers op de eerste verdieping, een kelder en een kleine achtertuin.
Het stadje telde eveneens een school, een badhuis, een danszaal en een bibliotheek.
Het terrein werd in 1971 gerestaureerd door architect Henri Guchez en in 1989 aangekocht door de provincie Henegouwen. De site is de vaste stek van de vereniging 'Grand Hornu Images' en het museum voor hedendaagse
kunst (MAC's) van de Franstalige Gemeenschap, een nieuw gebouw dat ontworpen werd door architect Pierre Hebbelinck.
Monument geklasseerd door Ministerieel Besluit van het Waalse Gewest (11-03-1993 en 22-08-2011)
Staat op de lijst van uitstekende erfgoed van Wallonië
Werelderfgoedlijst van Unesco (2012)