









La Gleize maakte ooit deel uit van het Prinsbisdom van Stavelot-Malmedy en het verbod van Roanne (hoofdstad in 1085). In 1130 wordt al over de aanwezigheid van een kerk geproken. Het gebouw, in romaanse stijl, werd in fasen gebouwd en voltooid zonder het verkrijgen van perfecte symmetrie. De kerk bestaat uit twee gangpaden van ongelijke lengte. De geschiedenis van de kerk en de parochie is nauw verwant aan Hofstelsel van de families Vaux-Renard en Froidcourt. De Heren werden begraven in de kerk, maar alle grafstenen die ooit de grond versierden zijn nu verdwenen, behalve die van Guillaume Del Dyck en Isabeau de Vervoz welke in de muur van het gangpad werden herplaatst. In 1944, tijdens het offensief van Von Rundstedt, zijn er veel slachtoffers gevallen en het dorp werd grotendeels verwoest. De kerk werd aanvankelijk gebruikt als een verzamelplaats van de gewonden, zowel voor Duitsers als voor Amerikanen. Hij diende tevens als schuilplaats voor een groep van 17 inwoners uit La Gleize. Op zondag 24 december, bereiken zware granaten het gebouw en veroorzaken de vernietiging van de klokkentoren. Tijdens de bombardementen, zijn veel objecten vernield. Het was pas in 1949 dat het werk van de wederopbouw werd gestart. De kerk van La Gleize heeft een geweldige schat aan opmerkelijke stukken, waaronder een 14e eeuws meesterwerk van de gotische kunst, evenals veel zilverwerk. De begraafplaats rondom het gebouw heeft oude kruizen, bewijs van het geloof, dat de parochianen door de eeuwen heen geïnspireerd heeft.