In de 11e eeuw behoorde de grondheerlijkheid van het hele dorp Villers aan de abdij van Sint-Truiden toe. In die tijd werden de landgoederen door "kerkelijke horigen" onder het directe toezicht van de monniken beheerd. Een eerste boerderij moet zich in de Rue du Vivier (op nr. 1) op de resten van de Frankische villa hebben gevestigd, die zelf gebouwd kan zijn op de plaats van de Romeinse villa die nog niet op de grond in Villers is ontdekt. Aan de achterzijde was een vijver, de "vivier", die de monniken van de abdij van vis voorzag. Deze eerste boerderij was de voorvader van de boerderij van Vivier, waarvan de woning aan het eind van de 18e of het begin van de 19e eeuw werd herbouwd. Het oudste gebouw is de grote schuur uit 1653. Deze boerderij heeft nu haar agrarische bestemming verloren en is in een woning veranderd.