La Vesdre

De Vesder is de naam van de rivier die door de stad loopt. Deze wilde rivier is 70 km lang en ontspringt op het plateau van de Hoge Venen.Stroomafwaarts wordt in 1950 de Vesterstuwdam gebouwd, een reservoir van 25 miljoen kubieke meter, om de kwaliteit en hoeveelheid water in de streek te garanderen en de Eupense industrie te stimuleren.De Vesder loopt van oost naar west in steeds breder wordende meanders. De rivier wordt voorzien van het water van de Gileppe en loopt langs de rotsige uitstulping van Dolhain, de oude hoofdstad van het hertogdom Limbourg.De rivier kronkelt richting Verviers waar de vallei verbreedt in terrassen van verschillende niveaus. De Vesder stroomt vervolgens richting Pepinster en wordt nog van water voorzien door de Hoëgne. De rivier loopt niet tot de Maas in Luik maar mondt uit in de Ourthe in Chênée.De meer dan 300 verschillende exotische plantensoorten die men aan de oevers van de Vesder aantreft, zijn gelinkt met het wolverleden. De zaadjes van de planten, die vastzaten in de vacht van de grazende schapen, zorgden voor deze exotische soorten aan de Vesder. Een van die soorten is de reuzenbalsemien, oorspronkelijk afkomstig uit de Himalaya, en met een grote gelijkenis met de orchidee.De textielindustrie heeft veel water nodig. Zo gebruikten de vollerijen water al in een heel vroeg stadium als energiebron. Daarnaast werd water ook gebruikt om het textiel te wassen maar ook tijdens andere fases van het proces (afwerken van de lakens). Sommige bronnen beweerden bovendien dat de waterkwaliteit van de Vesder uitzonderlijk was (iets wat de huidige historici betwisten). Toch was dat niet het belangrijkste voordeel van de rivier. De Vesder zorgde eerst en vooral voor voldoende water om in de industrie te gebruiken. Die hoeveelheid nam nog toe met de bouw van de stuwdam van de Gileppe (voltooid in 1878) die oorspronkelijk een waterreservoir van 12 miljoen kubieke meter was en tegelijk het debiet van de rivier controleerde.