“Het ‘Petit Patrimoine Populaire Wallon’ bestaat uit kleine bouwelementen die op zichzelf staan of deel uitmaken van een geheel. Ze werpen een licht op gebruiken, gewoonten of periodes uit het verleden.
Het kan bijvoorbeeld gaan om graven van lokaal historisch belang op begraafplaatsen, gevelkapellen, kapellen en kiosken, maar ook herdenkingsbomen, handpompen, voormalige wegwijzers, portieken van boerderijen, oorlogsmonumenten, sierkeramiek en glas-in-loodramen. Als getuigen van hun wortels creëren deze elementen een gevoel van verbondenheid en gehechtheid bij diegenen die ermee in contact komen. Het is dan ook belangrijk dat deze objecten in de openbare ruimte te zien zijn.”
Mathieu Bertrand, directeur van het Huis van Herinnering en Erfgoed van Beauvechain
Dit is het resultaat van twee jaar werk van een groep gemotiveerde vrijwilligers, gesteund door de gemeente Fernelmont, de Fondation Rurale de Wallonie en de GAL meuse@campagnes, in het kader van het Gemeentelijk Programma voor Landelijke Ontwikkeling. Tien wandelingen, één in elke deelgemeente, in de gemeente Fernelmont.
Deze wandelingen en de getoonde informatie zijn samengesteld en aangereikt door vrijwilligers met een hart voor erfgoed. Het is echter altijd mogelijk dat informatie onjuist, onvolledig of verouderd is. Neem gerust contact met ons op als dat het geval mocht zijn.
De Saint-Etiennekerk, gelegen op het mooie centrale plein, dateert uit het jaar 1772, zoals vermeld op het mooie portaal. De leistenen spits, met zijn peervormige punt, is al van ver te zien. Op het plein aan de kerk staat een oorlogsmonument met daarachter een huis op de hoek van de straat (nr. 29), afgebakend door een authentiek smeedijzeren hek.
In het verlengde van het huis op nr. 13 staat een kapel die in 1931 werd gebouwd door een plaatselijke boer. Ze werd afgebroken in 1938, toen de weg werd verbreed, en kort nadien opgebouwd. Momenteel staat het gebouw leeg. Het huis heeft een smeedijzeren hek en een poort die het pand afschermt. Boven de toegangsdeur bevindt zich de zonwering, een antieke luifel met authentiek ijzeren beslag.
Het huis op nr. 1 valt meteen op en draait rond de rue Mahy. Het gebouw is versierd met een aantal smeedijzeren elementen, waaronder de poort, het hek, het balkon en de piroenen. De omlijsting van de toegangsdeur is gemaakt van met de hand uitgehouwen arduin.
Het huis op nr. 20 werd onlangs gerenoveerd maar heeft nog steeds zijn prachtige smeedijzeren balkon. Ook het huis op nr. 22 werd onlangs gerenoveerd maar ook hier zijn de sporen uit het verleden nog aanwezig, zoals blijkt uit het jaartal 1863 boven de oude schuurdeur.
De brigade van de rijkswacht te paard van Hingeon werd omgevormd tot een brigade te voet en overgeplaatst naar Noville-Les-Bois. Het lijkt echter waarschijnlijk dat die omschakeling naar een brigade te voet niet was voorzien toen het gebouw werd gebouwd, zoals te zien is op de rechtergevel met een hoge bakstenen arcade (B: ± 2,2 m en H: ±4 m) met twee hoge deuren (B: ± 0,9 m en H: 3 m).
Een koekoek is in de architectuur een bepaalde constructie die dient om het daglicht binnen te laten in een kelder of ondergrondse ruimte en/of een bouwwerk te verluchten. Volgens het oude volksgeloof fungeerde een koekoek als schild tegen het kwade. Een koekoek bestaat uit een horizontale staaf met haken, tanden of gebogen bladen om de demon in stukken te scheuren. Er zijn verschillende stijlen van dergelijke luchtroosters in deze straat.
Aan dit gebouw zijn er heel wat elementen die de aandacht verdienen: de koekoek, de twee handpompen, de katrol boven de voordeur en twee gevelkapellen. Het huis was tot in de jaren 70 een café dat tot haar overlijden werd uitgebaat door Angèle Bodart. De oudere inwoners van het dorp noemen dit kruispunt dan ook wel ‘het kruispunt van Angèle’.
De Chapelle du Sacré Coeur (Heilig-Hartkapel) is volledig opgetrokken uit natuursteen en dateert uit 1938. Tien jaar lang werd hier elke vrijdag de rozenkrans gebeden. Als u een paar honderd meter rechtdoor wandelt, ziet u aan de linkerkant een boerderij. Op het dak van deze Ferme des Comognes kunt u een windwijzer zien. De wijzer geeft niet alleen de windrichting aan, maar ook het jaartal: 1621. Het portaal is ook een kijkje waard, net als de schuurdeur met een gebeeldhouwde steen aan de bovenkant en schampstenen aan de voet. De stenen zijn onderaan de koetspoort aangebracht om te voorkomen dat wielen van voertuigen de muren zouden beschadigen. Vroeger werden voertuigen namelijk getrokken door soms onrustige paarden en niet altijd even vaardige koetsiers.
De Onze-Lieve-Vrouwkapel van Beauraing dateert uit 1951.
Dit imposante vierkante bakstenen gebouw was in feite de voormalige gemeenteschool. Het bordje is overigens nog steeds te zien op het fronton. Een smeedijzeren piroen steekt boven het dak uit en moest er oorspronkelijk voor zorgen dat de dakconstructie waterdicht was. De meisjesschool en de jongensschool waren twee aparte gebouwen. Als u de route volgt, komt u eerst de meisjesschool tegen op nr. 21 rue Astrid (zonder inscriptie) en vervolgens de jongensschool op nr. 15 met fronton, piroen en de inscriptie ‘école communale’ (gemeenteschool).
Op de gevel van dit mooie privéhuis bevindt zich een gevelkapel met een standbeeld van de Madonna met kind. Dit symbool verwijst naar de zowel menselijke als goddelijke aard van Christus.
Op deze gevel kunt u in het Waals een gedenkplaat voor Ernest MONTELLIER (1894 – 1993) lezen. Montellier werd bijna 100 jaar en was actief als violist, componist en leraar. Hij was 60 jaar lang betrokken bij het Théâtre de Namur, waar een bronzen buste sinds 1994 hulde aan hem brengt. Montellier was ook een groot voorvechter van het plaatselijke dialect, het Waals. Hij componeerde 80 liedjes in die taal en was medeoprichter van het tijdschrift Le Guetteur Wallon in 1924.
Dit is het geboortehuis van de schilder Joseph Damien, die voornamelijk in Vlaanderen leefde en bekend was om zijn portretten van de koninklijke familie. Damien is vooral bekend in Vlaanderen, waar enkele van zijn werken te zien zijn in het Stadsmus (Hasselt). Zijn vader Franz Damien, ook een schilder, maakte alle schilderijen van de kruisweg, die nog steeds te zien zijn in de kerk van Sart d’Avril
Dit is een privéput, iets wat vroeger vrij zeldzaam was. De meeste huishoudens moesten water halen uit openbare putten, een taak van vrouwen en kinderen. Het was noodzakelijk om één of twee keer per dag water uit de put te halen, en dat het hele jaar door.
Op de gevel van nr. 49 staat een kleine gevelkapel met de Maagd Maria ingelijst in hout.
Blijf zeker even staan om de bijzonderheden van deze boerderij te bekijken: de schuur met de schampstenen, de aanlegringen, de regenton, de voederbakken en de originele handpomp. Tot 1970 waren stromend water en een kraan in de woning nog niet voor iedereen weggelegd. Handpompen vervingen geleidelijk de waterputten. Dit is een privéhuis, gelieve de binnenplaats niet te betreden
De gevel van de voormalige bakkerij Tilman, nu overgenomen door het cateringbedrijf “Le goût de ma passion”, is ook een kijkje waard. Naast de aanlegringen kunt u onder het dak, ter hoogte van de zolder, een oude lier zien. Dit spoor van techniek uit het verleden doet vermoeden dat de zolder werd gebruikt voor opslag.
Dit is het geboortehuis van dokter Goffin, die op 31 maart 1897 in Noville-les-Bois werd geboren. Hij was een actief lid van het inlichtingennetwerk Dame Blanche, dat in het leven werd geroepen door Walthère Dewé. Goffin werd in 1916 gearresteerd door de Duitse politie en aan het einde van de oorlog in 1918 vrijgelaten. Vanaf 1940 was hij onder de naam ‘Marat’ een actief lid van het Clarence-netwerk, ook opgericht door Walthère Dewé. Hij werd op 15 oktober 1942 door de Gestapo gearresteerd, gevangengezet en gemarteld in Utrecht, voordat hij op 9 oktober 1943 in Reynauwen (Utrecht) door de Duitsers werd gefusilleerd.
Het gebouw waarin het gemeentebestuur was ondergebracht, werd tussen 1849 en 1859 herbouwd. Vervolgens werd het door vier opeenvolgende notarissen gebruikt als notariskantoor. Eind augustus en begin september 1944 werd het kortstondig bezet als hoofdkwartier van 5e Pantserleger en een paar weken later door de Amerikaanse 3e Pantserdivisie. Toen de gemeenten fuseerden, verkocht Georges Bouvier, zoon van de laatste notaris en burgemeester van Noville-les-Bois, het huis aan de nieuwe fusiegemeente.