La Vélomaritime® Etape 5 Calais - Gravelines

De vuurtoren van Calais, hoge witte toren met een zwarte kap, werd in 1848 gebouwd. Schepen die de haven inkomen en die door de zeestraat van de Pas-de-Calais varen worden door zijn lichtstralen geleid. Vanaf het balkon, en na 271 treden te hebben opgeklommen, heeft u een prachtig uitzicht van 360 graden. U kunt le Cap Blanc Nez en de stad met zijn commerciële haven en zijn reizigers zien, en als het helder weer is ziet u de Engelse kust liggen. Deze vuurtoren behoort tot de 14 vuurtorens die tot "Historisch Monument" zijn uitgeroepen.

Het museum, dat in 1966 is geopend, is het werk van de architect Paul Pamart. Het is tijdens de zogenaamde reconstructieperiode gebouwd en ligt langs het park Richelieu, in het historisch centrum van Calais. Het is het museum van schone kunsten sinds de opening van la Cité internationale de la dentelle et de la mode op 11 juni 2009. Hier worden oude collecties getoond, die de brand van 1940 hebben overleefd, en een meer recentelijke collectie met vijf thema’s: de lokale geschiedenis, schilderkunst, grafische kunst, beelden uit de 19e en 20e eeuw rond Auguste Rodin en moderne kunst, vooral Engelse. In de zaal Rodin staan werken van de beroemde beeldhouwer, met zijn studies van de beroemde ‘Bourgeois’, en werken uit het museum van Parijs: studies van de hand, gezichten in aardewerk...De moderne creaties zijn tentoongesteld in de zalen "Alice, son miroir et ses merveilles", terwijl de kunstgeschiedenis en de lokale geschiedenis in de ruimte "Calais d'ici et d'ailleurs" te vinden zijn.

Dit monumentale bronzen standbeeld in de openbare tuin tegenover het gemeentehuis werd in 1885 door de stad Calais besteld bij de beeldhouwer Auguste Rodin. Het vereeuwigt de moed van zes burgermannen die zich in 1347 hebben opgeofferd. Calais werd toen door de Engelsen belegerd en de zes burgermannen werd gevraagd om de sleutels van de stad aan Edouard III te geven. Dankzij hun opoffering is de bevolking bespaard gebleven en koningin Philippine de Hainaut, die de moed van de opgeofferde mannen bewonderde, vroeg aan haar man, de koning van Engeland, om ze niet op te hangen.