Deze fietstocht van 40 km leidt je door het hart van het Romaanse Land (le Roman Païs). Deze regio – op amper 30 km van Brussel – is weinig bekend. Toch was de streek tweeduizend jaar geleden al bewoond door de Nerviërs. Later passeerden ook de Romeinen en de Franken. Je start in Nivelles, een gezellige stad. Je volgt de RAVeL tot in Arquennes, waar je de nostalgische sfeer van oude kanalen, sluizen en sluiswachterswoningen opsnuift. Wat verder dobberen aftandse boten vredig op het water. Vanaf Ronquières volg je een stukje het ‘nieuwe’ kanaal om later via Ittre langs uitgestrekte velden terug naar Nivelles te fietsen. Een verrassend parcours, dat in het begin vlak is en pas in de omgeving van Ittre licht heuvelachtig wordt.
Knooppunten : 38 – 39 – 69 - 26 – 2 – 87 – 18 - 68 – 20 – 90 – 1 – 34 – 33 – 32 – 31 – 50 – 37 – 38
Om meer ongewone aanbiedingen te ontdekken ga naar visitwallonia.be/buitengewoon
40 km
|
max. 159 m
min. 49 m
265 m
| |||
Stijl : Ongebruikelijk Publiek : Fietsers |
De 2 m hoge vergulde koperen klok van 350 kg bepaalt het ritme van de dag. De krijger slaat met de hamer de uren van de dag. Het was Karel de Stoute die de klok in de 15e eeuw aan de stad schonk. Eerst werd deze op het stadhuis geplaatst. In 1617 werd ze verplaatst naar de zuidelijke toren van de collegiale kerk. In die tijd gaf de bevolking haar de naam ‘Jean de Nivelles’ (Djan d’Nivèle in het dialect). De ‘aclots’ (de inwoners van Nijvel) noemen hun klok liefkozend ‘Djan Djan’. Het liedje Vive Djan-Djan is de hymne van de stad.
Vlak bij het charmante dorpscentrum steek je het riviertje de Samme over. Je komt aan de geklasseerde draaibrug, gebouwd door Gustave Eiffel.
Het is moeilijk om je in te beelden dat dit kronkelende kanaal – uitgegraven in het begin van de 19e eeuw – ooit een belangrijke waterweg was tussen Brussel en Charleroi. De aanleg was een titanenwerk, want er moesten meer dan vijftig sluizen gebouwd worden. Op het jaagpad sleepten de paarden ooit de schepen voort. Zwanen hebben in het midden van het kanaal een nest gebouwd. Je doorkruist een natuurreservaat met een vogelobservatiehut.
De toren van 150 m hoog is van tientallen kilometers ver zichtbaar. Boven heb je een prachtig uitzicht over de omgeving. Men verwelkomt toeristen met open armen. Er is onder meer een spektakelparcours rond het thema binnenscheepvaart. En natuurlijk kun je zelf ook op een boot stappen om het hellend vlak te overwinnen. Dit technisch hoogstandje werd gebouwd tussen 1962 en 1968. Twee tanks met water bewegen als reusachtige badkuipen op wieltjes. Ze vervoeren schepen over een afstand van 1.432 m tussen het laagste en het hoogste niveau van het hellend vlak. In totaal overbruggen ze een hoogteverschil van 70 m. Een ingenieuze vering zorgt ervoor dat het water niet uit de bakken klotst. Schippers winnen veel tijd, wat met een sluizensysteem niet het geval zou zijn.
Cette chapelle a été construite par Arthur Brancart, patron paternaliste des verreries de Fauquez pour mettre en valeur le savoir-faire de son entreprise et pour donner un lieu de culte à ses ouvriers. Vous pouvez obtenir plus d'informations sur ce lieu dans la brochure " Arts décoratifs" éditée et en vente à l'Office du Tourisme de Braine-le-Comte. Cette église est désacralisée et accueille aujourd'hui un petit musée et des concerts.
In het centrum van Ittre vind je het Forge-Musée, een museum in een voormalige smederij van begin 18e eeuw. De laatste smid legde er in 1957 het hamertje neer. Je ziet de originele oven, een dubbele blaasbalg en het aambeeld. Zelfs de twee kleine druppelglazen – ‘gendarmes’ – zijn er nog. Geïnspireerd door een oud Schots gebruik worden jonggehuwden hier verwelkomd met een kleurrijke ceremonie. De smid wacht het koppel op. Aan het einde van de ceremonie dragen de bruid en de brui-degom een hoefijzer en krijgen ze het ‘Recept voor Geluk’ mee naar huis.
In de kleine witte kapel van het Kasteel Bauthier is het museum Marthe Donas gevestigd. De naam zegt je misschien niet zoveel. Toch was Marthe een belangrijke kunstenares in kubisme en de moderne kunst. Ze werkte nl. onder een mannelijk pseudoniem, ‘Tour Donas’. Haar werken werd tentoongesteld in verschillende Europese steden. In 1922 huwde ze met Harry Franke en ontdekte ze het dorp Ittre. Het jonge koppel installeerde zich in het kasteel Bauthier. Er volgde een leven van steeds opnieuw verhuizen (Parijs, Ittre, Antwerpen, Lissabon, Braine-L’Alleud, Brussel).Tussen 1927 en 1947 stopte ze met schilderen. Na WO II maakte ze een reis naar de Verenigde Staten en Canada. Na een onderbreking van twintig jaar begon ze aan een tweede carrière. Ze probeerde de beweging van vormen, kleuren en lijnen te vatten. Vanaf 1958 keerde ze terug naar de abstractie. In de jaren zestig ging ze op zoek naar de overkant van de materie en het ‘oneindige in het eindige’. In het museum duik je aan de hand van foto’s en documenten in het familiearchief en in de kunst van deze opmerkelijke vrouw.
Bois-Seigneur-Isaac – een voorschoot groot – heeft twee opmerkelijke plekken, een kasteel en een abdij. Wandel eerst de kerk (late 16e eeuw) binnen. Loop voorbij het altaar tot je vooraan in de kerk links een klein zijdeurtje ziet. Je komt zo in de Heilige-Bloedkapel, een serene plek waar naast het Heilige Bloed ook de reliek van de Heilige Charbel bewaard wordt. Via een deurtje kom je in de tuin van de abdij. Vroeger woonden hier norbertijnen, tegenwoordig jonge Libanese maronieten. Het klooster kreeg sinds 2010 een nieuwe naam: Monastère de Saint-Charbel. Aan de overkant ligt het kasteel, sinds 1993 opgenomen op de lijst van uitzonderlijk Waals erfgoed. Het was oorspronkelijk een feodale burcht. In de 18e eeuw werd het een Château de plaisance. Aan de achterzijde van het kasteel is een Engels park. Het is al sinds vijf generaties in het bezit van de familie Snoy.
Ce monastère encore en activité de l'Ordre Libanais Maronite vous ouvre ses portes.Un moine se tient à votre disposition pour vous faire découvrir les lieux et vous orienter.A visiter :La grande chapelle de N.D. de Grâce et de Consolation et du Saint Sang.La Chapelle des reliques : Le Saint Sang, La Sainte Épine, La Sainte Croix et Saint CharbelLa Statue de Saint Charbel et les jardins de l’AbbayeLe MuséeLe magasin de l’AbbayeLe monastère dispose également d'une hôtellerie pour 50 personnes.
Dit uitzonderlijke 17de-eeuwse kasteel omringd door indrukwekkende slotgrachten voert u zo naar een andere wereld. De plek kan niet worden bezocht, maar er worden wel trouwfeesten, vergaderingen en seminaries, tuinfeesten, thema-avonden ... georganiseerd. Het kasteel telt 20 kamers en hutjes verspreid over het majestueuze park rond het kasteel.