Doorheen de gehuchten van Bossière

De molenhoeve is gebouwd in 1803 en de molen werd aangedreven door de Repjou. De vallei is bebost, heeft een leembodem en loopt langs het bos van Respaille (afgeleid van het woord ‘raspe’: kreupelbos).

Dit kalkhoudende gesteente heeft een zeer fijne korrel, waardoor het een uniforme zwarte kleur heeft. Het zwarte marmer vormde een brede strook van Saint-Martin tot Rhisnes. In 1933 telde de streek zo’n vijftienondergrondse steengroeven.

De vesting werd in 1430 verwoest door de troepen van de prins-bisschop van Luik. Sindsdien staat er een kapel uit de 17e eeuw die is verbouwd tot woning, een hoeve uit de 18e eeuw en een kasteel uit 1804.

Deze kapel dateert uit de 19e eeuw en ligt op het hoogste punt (178,5 m) van een leemplateau met een diepe bodem. Vanop dit punt kan je de achterkant van het kasteel van Ferooz zien (daterend uit de 18e eeuw en verbouwd in de 20e eeuw).

In deze straat staat een gepleisterde cilindervormige niskapel uit de 19e eeuw, met het jaartal 1943 op de voorkant gegraveerd. De volgende straat heet de Rue du Camp, ter herinnering aan de Franse legerkampplaatsdie hier werd opgericht na de Slag bij Waterloo.

Stéphane en Françoise Vandecandelaere van de ‘Ferme du Coqueron’ verkopen rechtstreeks van producent aan consument: aardbeien (mei-juni), witloof (oktober tot april) en aardappels (het hele jaar).