Winter 1941 – Tweede Wereldoorlog

De oorlog is geen makkelijke tijd. Om het leven wat aangenamer te maken, smokkelt de lokale bevolking alles wat los en vast zit. Van dameskousen en onderbroeken, tot deurmatten, koeien en varkens. Het is altijd weer een uitdaging om de Duitse grenswachten te slim af te zijn. Zo ook voor Sjefke, een ervaren smokkelaar die zijn opbrengsten met anderen deelt.

Briljant idee

Deze keer heeft Sjefke echt een briljant idee. Als dat nou eens zou lukken…

Eerst naar Hens. Deze boer vond pas een gesneuvelde Duitser in zijn maïsveld. Het uniform van de man past Sjefke precies en hij leent ook meteen een paard van Hens. De zadeltassen stopt hij vol met waspoeder, kauwgom en koffie. Nog wat horloges in de zakken van zijn jas en Sjefke is klaar voor vertrek. Hopelijk laten de grenswachten hem door.

Bij de grens zet Sjefke zijn meest serieuze gezicht op. Schalks en stoutmoedig als hij is, besluit hij er nog een schepje bovenop te doen. Hij gaat de grenswachten inspecteren! Als dát niet overtuigend overkomt.

Het lukt: de soldaten springen in het gelid en salueren. Dat het niet om een officier gaat, maar om een slimme smokkelaar, daar komen ze pas veel later achter. Maar dan zijn alle kostbaarheden al lang in België.


En Sjefke? Die draagt sindsdien als bijnaam ‘de Stoutmoedige’.