Lente 1811 – De tijd van Napoleon

“Eerst marcheren de Fransen over de bevroren rivieren zo ons land binnen. En nu heeft Napoleon Bonaparte zich ook nog tot keizer uitgeroepen. Het moet niet gekker worden.” Jules, een rasechte Limburger, zit thuis bij de haard te foeteren over al deze buitenlandse invloed.

“Ze noemen hem de kleine korporaal”, antwoordt zijn dochter Mattie. “Daar zitten we mooi mee opgescheept. Alles wordt voortaan vanuit Frankrijk geregeld. Gooit er iemand een steen bij de burgemeester door de ruit? Dan ligt er binnen twee weken een dik rapport bij het ministerie van Justitie in Parijs.”

Bij de neus genomen

Ondanks de bemoeizucht uit Frankrijk, is smokkelen volkssport nummer één. Jules doet er maar al te graag aan mee. Zijn zoon is opgeroepen voor het leger en kan hem niet helpen op het land. En er moet toch brood op de plank!

Gisteren nog wist hij aardig wat geld te verdienen met het smokkelen van kaas en wijn. Hoe hij erin slaagde de gendarmerie te misleiden? Met zijn speciale smokkelaarsklompen! Die hebben de zolen achterstevoren zitten. Ideaal om de grenswachten bij de neus te nemen en ze de verkeerde kant op te sturen. J


Stupide? Eh…