De ‘Keizerlijke Thermen’
Een luxueus badhuis
Sagalassos kreeg onder keizer Hadrianus (118-137) belangrijke nieuwe functies in de keizercultus van heel Pisidië. Meteen was er nood aan een nieuw badhuis om bezoekers van de jaarlijkse festivals te ontvangen. Aan deze thermen werd meer dan veertig jaar gebouwd (ca. 120-165). Het complex verrees op de plaats van de kleinere oude thermen, op een natuurlijke heuvel die werd uitgebreid door een onderbouw met gewelfde ruimtes.
Sagalassos’ grootste gebouw (minstens 5000 m2) werd gebouwd in Romeins beton bekleed met een dubbele laag bakstenen. De buitenmuren hadden ooit een voorzijde uit goedgekapte stenen; ze waren op sommige plaatsen tot vier meter dik! Het complex telde twee verdiepingen. Binnen zag het er luxueus uit: de muren waren bekleed met diverse soorten kostbaar marmer.
Er was in de thermen vermoedelijk een dubbel circuit met koud-, lauw- en warmwaterbaden, een voor vrouwen en voor mannen. Daar hoorden omkleed-, zweet- en logistieke ruimtes bij. In het badhuis bevonden zich ook een zwembad en een openbaar toilet. Zo’n Romeins badhuis was een soort leisure center avant la lettre.
Omstreeks 400 n.Chr. kregen de meeste ruimtes bij de grote renovatie van het complex een andere bestemming: zo werd het grote koudwaterbad een publieke ruimte, die mogelijk al vanaf het begin, maar zeker later een banketzaal werd . Zes of acht keizerlijke beelden in de nissen van de ontkleedruimte vormden daarvoor een prachtig decor. Spoedig werden de eetmalen een onderdeel van de christelijke martelarencultus.